Hulp komt in veel soorten en maten. Hulp kan betekenen dat iemand jou helpt bij iets wat je niet zo goed zelf kan. Bijvoorbeeld als iemand je helpt om een stuk grond aan te harken, omdat jouw eigen handen daarvoor te veel pijn doen. Maar hulp kan ook betekenen dat iemand jou opbelt om je moed in te praten als je iets moet doen dat je spannend vindt.
In ons dagelijkse leven ontvangen we meer hulp dan we denken, ook al vragen we er niet altijd om. Bijvoorbeeld als iemand de deur voor je openhoudt, of jou de weg wijst als je verdwaald bent. Hulp vragen en krijgen is dus eigenlijk heel normaal.
Ook als je al een tijdje ziek thuis bent of terug naar werk gaat kan hulp nodig zijn. Denk bijvoorbeeld aan Kees, de automonteur uit de vorige cursus. Kees heeft verschillende oplossingen bedacht om aan het werk te gaan met pijn in zijn arm. Maar daarvoor heeft hij wel hulp nodig.