Programma 3: Hulpbronnen

Kees kan dus veel hulp krijgen. Hij heeft verschillende mensen aan wie hij hulp kan vragen. Zoals zijn begeleider, klant en collega. Ook kan hij hulpmiddelen gebruiken, zoals gereedschap dat minder belastend is.

Of andere mensen Kees willen helpen, hangt ervan af hoe hij het vraagt. Hoe hij het vraagt, heeft ook invloed op of de hulp die hij krijgt passend is bij wat hij nodig heeft. We geven hier een paar tips om op een prettige manier hulp te vragen:

Veel mensen zullen je willen helpen. Maar ze willen wel graag weten waar ze ‘ja’ op zeggen. Als je bijvoorbeeld vraagt aan je partner om jou te helpen om weer aan het werk te gaan, dan is de vraag niet meteen duidelijk. De vraag is nog erg breed. Je partner weet ook niet of je een uurtje of een maand lang hulp nodig hebt. Het is fijn als je zo precies mogelijk aangeeft waar je hulp bij kan gebruiken en hoe lang dit zal duren. Misschien heb je hulp nodig bij het maken van een plan om terug naar werk te gaan. Dan kun je dát aan je partner vragen. Hoe preciezer je bent, hoe makkelijker het is voor iemand om jou te helpen. Misschien heb je hulp nodig bij één onderdeel in het maken van een plan. Geef dat dan vooral aan, want dat is wel zo duidelijk voor je partner. De hulp die je dan krijgt zal bovendien beter passen bij wat jij echt nodig hebt.

Mensen zullen je sneller helpen als ze zien dat jij je best doet. Dat is bijvoorbeeld het geval als ze weten dat je eerst iets zelf heb geprobeerd, voordat je er hulp bij vraagt. Ze weten dan dat jij niet zomaar hulp vraagt, maar alleen als je die écht nodig hebt. Een andere manier waarop iemand ziet dat jij je best doet, is als je probeert te leren van de hulp die je krijgt. Vraag bijvoorbeeld om uitleg als iemand jou helpt bij het maken van een plan. Dat heeft als bijkomend voordeel je het misschien de volgende keer zelf kan.

Opdracht in de map
Zoek de opdracht: ‘3.1 Hulp vragen’ in de papieren map. Maak de opdracht. Kom dan hier terug en ga naar de volgende pagina.